Sprokkelhout

26 januari 2014 - Karamea, Nieuw-Zeeland

De derde dag. Het is een dag van afdalen en de zee bereiken. De hutwarden zegt dat het een van de mooiste stukken van de wandeling is, maar misschien ie hij bevooroordeeld en vindt hij zijn stuk veel mooier dan het stuk aan de andere kant. Er werken twee (soms drie) hutwardens op de tramp, allebei geitenwollensokkentypes met een hoog vriendelijkheidsgehalte. Dat moet je ook wel hebben als warden, want je hebt elke dag een berg trampers om je heen. Toch een vreemd idee dat je midden in de wildernis gaat wonen en dan toch met mensen om moet kunnen gaan...

Ik vertel dit omdat onze twee wardens elk de helft van de tramp beheren en elkaar toch nauwelijks kennen. Ik zou mijn medewarden regelmatig opzoeken om informatie en ervaringen te delen, maar ik denk dat ze het daarvoor te druk hebben. 

Het landschap van vandaag schijnt te veranderen naar gelang de hoogte waarop we ons bevinden. Het is volgens onze hutwarden het hoogtepunt van de wandeling. Het lijkt me een beetje voor zich spreken dat op de berg andere planten groeien dan aan het strand, maar ik laat me graag verrassen. 

Ik weet niet waarom, maar ik heb zin om vandaag een beetje alleen te lopen. Het gezelschap van Arnd en Ania is zeker aangenaam, maar ik kan soms erg genieten van de afzondering van de eenzame wandelaar. Er gaat iets tragisch van uit, de man met zijn spullen op zijn rug op weg naar de lange lijn van de horizon. Maar als die eenzaamheid zelfgekozen is en het doel duidelijk aan de horizon flonkert, dan kan de wandelaar een grote gelukzaligheid bereiken die door gezelschap wordt ondermijnd. 

Misschien komt het ook door de onschuldige liefde tussen die twee. Het Liebchen en Schatz komt soms een beetje geforceerd over. Ik zou willen dat ze eens goed boos op elkaar werden, dat ze elkaar voor Dumkopf zouden uitschelden en luid Donnerwetter, du bist doch schrecklich zouden uitslaan. Is het cynisch dat ik op mijn leeftijd moeite heb te geloven in de harmonieuze liefde? 

Ik maak me soms zorgen dat ik te oud wordt voor mijn levensfase. Ik word altijd jonger geschat dan ik ben en volgens mij komt dat omdat ik nog lang niet klaar ben met leren wat ik leren wil om te kunnen doen wat ik wil doen. Ik ben van binnen nog jong en sta aan het begin van grootse dingen! Maar straks ben ik te oud om nog te kunnen genieten van mijn midlifecrisis! 

We wandelen het eerste stuk samen, maar al snel laat ik het verliefde koppel achter me. Het pad loopt sloompjes door bos naar beneden en als er wat aan verandert merk ik er weinig van. Na een kilometer of wat zie ik beneden me de Heaphy-rivier tussen de bomen door glinsteren. Steeds dichterbij komt de rivier tot ik uiteindelijk het paaltje met “1 km to the hut” zie staan. 

Mooi P1013665b

Het is druk bij de hut. Het zit vol met mensen die van hun lunch genieten, weka’s wegjagen en zich insmeren met antimug. Dit is het domein van de zandvlieg, het kleine zwarte vliegje dat vanwege de aantallen nog irritanter is dan een mug. Het schijnt dat alleen de vrouwtjes prikken (lees daarin wat je zelf wilt) en dat ze bloed nodig hebben om zich voor te planten. 

Mooi P1013716

Ik vind dat een zure truuk van moeder natuur. Ik sta tegen mijn zin bloed af om een dier (waarvan ik het nut niet inzie) te helpen zich voort te planten. Het is alsof ik gedwongen word geld te storten op de rekening van de PVV! 

Mooi P1013684

Ik zit al even als ook Arnd en Ania aankomen. Het is fijn te weten dat ik twee jonkies de baas kan op wandelgebied, maar ik ben ook wel blij ze weer te zien. Rond de hut loopt een familie weka’s rond. Ik heb vast al eens eerder over ze verteld, maar ik herhaal mezelf graag. Weka’s zijn bruine vogels die niet kunnen vliegen. Ze zijn nieuwsgierig op het brutale af en zijn niet bang voor mensen. 

Mooi P1013678

Terwijl we rustig zitten te eten, probeert moeder weka een rits open te frutsenen van Arnd’s rugzak. Het lukt nog ook en het beest spurt weg met wat zakdoekjes. Ik vraag me af hoe lang het duurt voor het beest doorheeft dat ze het niet kan eten.

Mooi P1013738

Het tweede gedeelte van de wandeling is wellicht het mooiste stuk van de hele wandeling. De tramp loopt langs de rivier richting de kust. Het pad wordt overschaduwd door enorme Rata-bomen, die zichzelf met varens en klimplanten omhullen. Hun verwrongen stammen wortelen zich om rotsen heen en klauwen zichzelf vast in lijmstenen grotten langs het pad. Sommigen zijn hol of hebben een gat in hun verwrongen stam. 

Mooi P1013751

Ik vermoed dat er vele verhalen verteld worden over deze bomen. Ooit leefde er een geheimzinnige stam in de vallei. De vrouwen van de stam waren ongewoon lang (meer dan drie meter was geen uitzondering) en hadden piekerig haar op hun hoofd. De mannen waren vooral oud, dik en harig. Het waren niet de meest aantrekkelijke mensen ter wereld en dat wisten ze zelf maar al te goed. 

Mooi P1013755

Op een dag werd de stam bezocht door krijgers uit een andere vallei. Bewust van hun lelijkheid bleven de stamleden als bomen zo stil op hun pek staan. De krijgers geloofden het (of vonden zoveel lelijkheid het aankijken niet waard) en vertrokken weer. Maar voor de stamleden was het te laat, ze waren inmiddels in bomen veranderd. De vrouwen werden palmbomen en de mannen enorme rata’s. Maar vanaf toen werden ze door iedereen die langsliep mooi gevonden. Zo zie je maar, een mooie boom is nog geen mooi mens...

Mooi P1013834

De laatste hut van de wandeling is het mooist gelegen. Het zou een vakantiekamp kunnen zijn, zo mooi ligt de fonkelnieuwe hut aan het netjes gemaaide gazonnetje. Hier stroomt de rivier de zee in, zijn zoete water mengend met het zout. Het is een bijzondere plek. Het strand ligt vol met houten skeletten (misschien wel van die stam van daarnet). Iemand heeft een hutje van het sprokkelhout gebouwd. Het lijkt een plek waar een wereld eindigt (zoals zo vaak op een strand), maar waar ook een begint. 

Mooi P1013804

Ik zou hier wel dagen kunnen blijven, kijken hoe het water elke avond de zon opslokt, het zand net even anders neerlegt, hout op de kust gooit. Arnd en Ania gaan zwemmen. Ze vragen me mee, maar ik stel mezelf tevreden met mijn voeten in het water van rivier en zee. Ik voel dat die twee in bikini en zwembroek genoeg hebben aan elkaar. 

Mooi P1013859

‘s-Avonds spelen we kaart en wachten we tot de zon in zee zakt. Ik maak er veel foto’s van, zoals ik vroeger deed op het strand van Terschelling. Op eentje staan Arnd en Ania met hun armen in een hartvorm hun onsterfelijke liefde te betuigen. Ik gun het ze.

Mooi P1013891

Ooit wilde ik alle zonsondergangen ter wereld verzamelen, tot ik me bedacht dat het ding elke dag en elk moment wel ergens ondergaat. Eigenlijk gaat de zon helemaal niet onder, de aarde gaat over. En om nou elke aardsovergang op beeld vast te leggen... 

Mooi P1013939

De laatste dag regent het. We hoeven maar 16 kilometer te lopen naar het einde van de tramp en het voelt alsof we er al zijn. Voordeel van regen is dat je minder pauzes neemt. Dit ligt volledig aan het feit dat in de regen lopen ook langs een prachtige kust geen pretje is. Het is niet erg, ik leid er niet onder, maar voor de lol doe ik het niet. 

We hebben er flink de vaart in. We bereiken de schuilhut op de helft een uur eerder dan we hadden verwacht. En ook het tweede deel gaat snel. Terwijl de golven zich door de wind laten opzwepen, trekken wij ons niets aan van weer en wind. Rond twaalf uur beklimmen we de laatste heuvel en lopen richting het einde, kletsnat en een beetje voldaan. 

De schuilhut aan het einde zit vol met trampers die we kennen uit de hut. Iedereen wacht op vervoer, maar heeft duidelijk misgerekend en moet lang wachten. Voor mij zal om half twee een busje verschijnen. Arnd en Ania weten een lift te regelen met een eerdere bus en er is ook voor mij nog plek. Ik heb weinig zin een uur tussen zurige jassen te gaan zitten wachten en ik neem de lift (is het een lift als je $15,- moet betalen?) graag aan.  

In Karamea nemen we afscheid. Ik geef beiden een knuffel en weet dat ik ze ga missen. We spreken af dat we misschien nog eens samen gaan lopen, maar afspraken die met misschien beginnen... Ik geef ze mijn mailadres, zodat ze me kunnen mailen en ik hen de foto’s kan sturen. En dan loop ik weg richting mijn hostel. Weer een korte vriendschap die ten einde loopt... 

Het hostel is soort hippiehuis. Het is er gezellig en ik voel me meteen thuis. Helaas is het geld een beetje opgedroogd en kan ik maar een nachtje blijven. Morgen reis ik door naar Westport en dan naar Nelson. We kijken film en een Amerikaans meisje (laat ik haar Merilyn noemen) maakt popcorn. Ik ken haar nog uit Takaka, zij heeft de Heaphy een dag eerder voltooid.

De popcorn kost me een halve vulling, maar het (de popcorn dus) is best lekker. Tot laat in de nacht zitten we met een groepje in de zitkamer te praten en een houten puzzle in elkaar te knutselen. Het is de leukste avond in tijden. 

De bus wacht. Ik heb geen tijd Merilyn gedag te zeggen (ze slaapt vast nog en we kennen elkaar nauwelijks). Het is vreemd hoe ik iemand zo kort heb meegemaakt en toch een diep gevoel van spijt heb omdat ik haar nooit meer zal zien. Misschien moet ik de volgende keer...

2 Reacties

  1. Inge van Maarseveen:
    14 februari 2014
    Hoi Ruud,
    Je blijft fantastisch schrijven. Zo leuk steeds om te lezen wat jij allemaal meemaakt. En je zegt wel dat je genoeg zonsondergangen gefotografeerd hebt, maar ze zien er dan ook stuk voor stuk prachtig uit. Ik kan er niet genoeg van krijgen hoor! Ga zo door vent!

    Liefs,
    Inge
  2. Elske Polen:
    16 februari 2014
    Dag Ruud,

    Wat is het toch leuk iedere keer weer jouw mooie verhalen te lezen. Ik heb het gevoel dat ik Nieuw Zeeland ken, ook al ben ik er nog nooit geweest.

    Veel plezier verder en tot later, groetjes Elske.