Laag water

28 januari 2014 - Collingwood, Nieuw-Zeeland

De dagen na de Heaphy zijn gevuld met bus, bier, zand, misplaatste liefde en nieuwe vrienden. Raar hoe dat opeens kan gebeuren. Ik neem ‘s-ochtends vroeg de bus naar Westport. Het is de grootste plaats aan de westkust boven Greymouth en heeft een roemrucht mijnbouwverleden. De bus rijdt rechtdoor langs de kust en telkens voel ik dat ik dit best had kunnen fietsen. Een kort stuk leidt de weg het binnenland in, maar het inlands. Maar dan moet je wel een fiets bij de hand hebben natuurlijk...

Mooi P1014031

Ooit moet het rijk zijn geweest, dit lint van winkeltjes en restaurantjes. Het is maar weinig toeristisch, ik voel dat de steenkool nog in de lucht hangt. Maar het dorp ademt. Ik bezoek het mijnmuseum. De meeste musea in kleinere plaatsen hangen aan elkaar van enthousiaste vrijwilligers. Het zijn leuke verzamelingen van oude prullen met soms een verhaaltje erbij. Als er mooie dingen te zien zijn, kan ik erg genieten van dit soort rommelmusea. 

Maar dit museum vertelt op een duidelijke en mooie manier het verhaal van de lokale kolenmijnen, de vakbonden, het vervoer vanuit de heuvels (via een steile treinbaan, erg ingenieus) naar de havel van Westport. Ook het leven in en buiten de mijnen wordt behandeld. Hier is veel geld in gestoken (het kost ook wat om het te bezoeken), waarschijnlijk opgebracht door het nog steeds bestaande mijnbouwbedrijf. Vroegere mijnbouwdorpjes als Denniston in de heuvels zijn tot spookdorpen verbleekt. Jammer dat ik vanmiddag al weer doorreis, want ik had er best een bezoek aan willen brengen...

Mooi P1014020

Je zou het niet denken, maar Nieuw Zeeland is niet zo groen als het lijkt. Ik heb het niet over de kleur van de heuvels (die vaak eerder geel dan groen is). De groene voetstap van de gemiddelde Nederlander zal kleiner zijn dat die van de in grote trucks rijdende vleesetende kiwi’s. Waar in West-Europa de kolenindustrie al lang is uitgeut, wordt er in Kiwiland rustig doorgeploegd. Het valt alleen niet zo op, want het land is zo groot als de UK met maar 5 miljoen mensen. 

Mooi P1014044

Ik loop de tweedehands boekwinkeltjes af, eet wat en besluit dan naar het strand te wandelen. Er is weinig anders te doen en ik moet mezelf toch tot drie uur zoet houden. Buiten het centrum zijn de straten recht, wijd en plat. In Nederland heb je zonder geld geen tuin. In Westport heb je zonder geld niets om in je tuin te zetten. Ruimte heeft hier een andere waarde, want er is zoveel van. Huizen zijn niet veel goedkoper, maar er zit zoveel land omheen. 

Mooi P1014057

Tussen strand en duin ligt een brede strook aangespoeld hout. Er ligt zoveel dat ik me afvraag hoe het hier komt. Bossen zijn er in deze omgeving al lang niet meer. Wie weet hebben deze houten lijken jaren lang in zee rondgedobberd. Misschien liggen ze al honderd jaar op het strand te bleken tot hun hout de zuiverste kleur zilver vertoont. 

Om drie uur ben ik terug. De bus komt voorrijden en vier uur later loop ik in Nelson. Zo makkelijk is het leven zonder fiets. Zo makkelijk en zo nutteloos, al die kilometers die ik niet onder mijn wielen zal voelen. Zoveel kilometers die ik mis.

De dag erop reis ik per bus naar Takaka, om van daar met Chris door te rijden naar Collingwood. Het is zo’n dag waarop weinig gebeurt, een dag waarop ik wat winkel, nog maar een boek koop en verder niets. 

Bij de I-site (dat is de VVV) in Takaka stapt een jongen in waarvan ik de naam nog niet weet. Ik zal hem later goed leren kennen. Ikzelf word vijfhonderd meter verder afgezet bij het Dentale Centrum van Takaka. Chris (de eigenaar van het hostel in Collingwood, had ik dat niet al eens verteld?) werkt hier als tandarts. Hij geeft me na een lange dag boren en vullen een lift naar Collingwood. Hij moet er toch heen, want hij woont er. 

De jongen uit de bus blijkt ook in het hostel te slapen. Hij heet Robin, is Engels en heeft gee idee wat hij met zijn leven aan moet. Hij is het soort mens dat de hele wereld afreist op zoek naar datgene dat hij thuis ook had kunnen vinden. Hij doet en durft van alles, maar zegt vaak “ik zou zo graag...”. Mijn reactie is telkens “doe het dan”. Maar er is altijd een reden om het niet te doen. En dan doet hij maar iets anders.

Ach, hij is erg aardig, heeft veel verhalen over zijn muzikale verleden. Ik heb vaak moeite mensen te begrijpen die zichzelf geen richting kunnen geven. Ik ben gewend te weten wat ik wil, al weet ik niet altijd hoe ik het moet bereiken. Robin wil alles, maar hij lijkt niet te weten hoe hij het moet bereiken. Het lijkt me een frustrerend bestaan, de berg voor je zien, maar niet weten of je ‘m zal beklimmen of afgraven.

Mooi P1014110

De volgende dag doe ik weinig. Ik schrijf een stukje blog, loop wat over het strand (wat wel iets weg heeft van de stranden op de waddeneilanden) en koop chocola. Er is hier in Collingwood een heerlijk chocowinkeltje dat Rosy Glow heet. Misschien worden daarmee de rooie wangetjes bedoeld die je krijgt als je eigenlijk iets teveel meeneemt. Dit is geen plek om af te slanken.

Mooi P1014101

Het strand in Collingwood is bij laag water enorm. Je kunt kilometers over de zandvlakte lopen. Ik maak foto’s van een reiger en van wat palen in het water. Doordat stranden zo leeg zijn, kan ik heerlijk spelen met de compositie van elk plaatje. Geef me een zandvlakte en ik denk meteen dat ik in een chocoladewinkeltje sta...

Mooi P1014124

Op een heuvelflank boven Collingwood ligt de begraafplaats. Ik wandel erheen, want ik voel me vaak tot dit soort plekken aangetrokken. Het is niet het macabere idee dat er vergane mensen onder mijn voeten liggen, maar de manier waarop mensen met hun verloren naasten omgaan wat me boeit. Nergens vind ik zoveel verloren passie, verborgen verhalen, onomkeerbaar verlies als hier. Begraafplaasen zijn belangrijke historische plekken, waar ik ook kom. 

Mooi P1014152

Misschien raar dat ik me daarin kan verliezen, maar de manier waarop mensen afscheid nemen van iemand die is heengegaan zegt me veel over een plek. Hier, op de begraafplaats van Collingwood, liggen alleen oude graven. Ze kijken uit over de vallei waarin het dorpje een stip is. Ooit was hier de hoofdstad van Nieuw-Zeeland gepland. Als het goud niet was opgeraakt, had ik nu uitgekeken over straten en pleinen, industrieterreinen, schoorstenen en kerktorens. Ik had in een straat gestaan met dure huizen van mensen die graag neer hadden gekeken op de stad. Nu is dat alleen voor de doden weggelegd.

Robin en ik hebben wat gemeen, de liefde voor bier. We besluiten samen de Tavern uit te proberen. Het meisje dat boven me slaapt, Dina uit Frankrijk, gaat ook mee (even voor de duidelijkheid: in een hostel heb je stapelbedden. Ik slaap in het bed onderop en Dina in het bovenste bed). Ze heeft vreemde ideeën. Eerder op de dag zaten we met z’n vijven (twee Duitse mensen deden ook mee) te praten en toen vroeg ze of het geen goed idee was om overleden mensen op te eten... Een aardig discussiepunt, maar niet voor iedereen gemakkelijk te verteren.

Het voelt vertrouwd om met deze twee mensen bier te delen. Robin en Dina zijn raar, hebben een mening, gevoel voor theater (het is Dina’s opleiding), kunst en muziek en voelen op een prettige manier gemankeerd aan. En toch praat ik makkelijk met ze. Vaak heb ik bij “moeilijke types”  de angst dat ze me te gewoon vinden. Die angst is vaak ongegrond, ze vinden me net zo vreemd als ik hen. Onzekerheid over je eigen vreemdheid, dat komt vast niet vaak voor. Ach, ik ben maar gewoon wie ik ben. Als iemand daar een probleem mee heeft, dan heb ik dat probleem in ieder geval niet.

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

1 Reactie

  1. Angelika:
    24 februari 2014
    Ha die Ruud,

    Geweldig verhaal weer van zo'n vreemde, moeilijke snuiter ;-). Je zou er eens over na moeten denken om je blogs te bundelen als je 'uitgereisd' bent. Je schrijft fantastisch.

    Hartelijke groet,
    Angelika XX