De ontdekking van Tasman

22 januari 2014 - Collingwood, Nieuw-Zeeland

Tussen Nelson en Collingwood leeft een reus. Het is er een van 800 meter, die slechts één dun lint van asfalt over zijn flanken duldt. De reus doet menig fietser zweten, hem op en neer werpend in de plooien van zijn huid, hem dwingend tot opgeven. Het zwarte lint geeft weinig ruimte voor een fiets. Trucks dwingen de fietser tot afstappen, hijgen, bidden dat er rond de volgende bocht geen engel op ‘m wacht. 

Eigenlijk hoef ik die berg helemaal niet op te fietsen. Door de Tasman Coastal te lopen, heb ik van Marahau naar Totaranui al afgelegd. De reus ligt tussen die twee kustgehuchten in, dus als ik nou een beetje creatief boekhoud, moet het lukken om ‘m te ontwijken. 

Ik heb twee dagen om van Nelson naar Collingwood te komen. Ik bedenk me dat er ook een boot vanuit Nelson naar Totaranui gaat. Als ik morgen de boot neem, kan ik van daar af fietsen naar Takaka of Collingwood. Het is een stuk over gravel en er zijn vast wat heuvels onderweg, maar tenminste geen reuzen van 800 meter hoog. Ik boek de boot en neem me voor morgen de zon te laten schijnen.

Neem je nooit iets voor waar je geen macht over hebt. Na een week vol zon is het juist vandaag nat. Nog voor ik met de fiets de kade heb bereikt, ben ik doorweekt. Ik had ook kunnen gaan zwemmen. Ik lijk bijna de enige te zijn, maar op het nippertje komen er nog wat mensen bagage afleveren. Ook zijn er drie dames die een stukje Tasman gaan doen. Wat een verschil met de drukte die ik eerder op de Tasman Coastal heb gezien.

Het kan zijn dat zodra de zon gaat liggen en de wind schijnt alle vakantiegangers uit het Nationaal Park worden geëvacueerd. Het is mijn grote overtuiging dat ik weer en onweer moet accepteren. Ook al regent het, ik loop. Ook al sneeuwt het, ik fiets. Ook al is de berg te hoog, ik neem de boot.

Maar het regent en het is koud op de boot. De kapitein vertelt wat over de haven van Nelson en trapt dan het gaspedaal in. Voordeel van zo’n boot is dat ‘ie in een enkele streep richting zijn doel kan varen. Er hoeven geen wegen gevolgd te worden. Al snel zijn we in Kaiteriteri, waar ik op een andere boot moet overstappen. 

Mooi P1013328

De tweede boot neemt wat meer de tijd. Hij laat de nu wat beter gevulde boot een gespleten rots, wat zeehonden en strandjes zien. Het duurt een uur voor we bij Totaranui zijn en het regent nog steeds. Soms zie ik kale plekken tussen de wolken, maar opklaren wil het nog niet. 

Mooi P1013348

In Totaranui ga ik aan land. Was het mooi weer geweest, dan was het vast genieten geweest. Maar nu kom ik vochtig aan land. Ach, ik moet niet zeuren. Het is dagen zonnig geweest en vocht droogt op. Misschien ben ik gewoon een beetje onzeker. Ik weet niet precies wat er tussen hier en Takaka ligt, maar het zal gravelig en stijgend zijn. 

Accepteren is bij het fietsen van groot belang. Accepteer de route, neem de tijd en je zult zien dat het genieten vlak om de hoek ligt. Op de momenten dat ik slecht weer, een klim of een lange afstand accepteer, geniet ik des te meer. Dat rijmt en dat is in dit geval volstrekt terecht.

Weet je nog hoe ik eerder vertelde van het campingwinkeltje van Totaranui dat ik niet kon vinden? Nu lukt het wel en ik haal een mars en een nuts. Misschien had ik vanochtend moeten ontbijten, maar dat is bij mij niet haalbaar als ik om zeven uur ‘s-ochtends weg moet. Ik eet eerst de mars op. Wat kan dit soort gefabriceerd voedsel toch heerlijk smaken als je er zin in hebt. Zou het echt chocola zijn dat ik proef?

Mooi P1013351

De regen is niet meer dan een miezertje. Ik fiets het eerste gedeelte van de weg, maar al snel begint de klim naar Pidgeon Saddle, waar ik eerder al wandelend langs kwam op de binnenlandse Tasman-route. Ik neem de tijd, want ik ben blij onderweg te zijn. Zo’n gemakzuchtig stukje met de boot is wel lekker snel, maar ik voel me er toch een beetje een zwakkeling bij. Misschien ben ik zelfs wel blij dat ik hier in de regen omhoog mag ploeteren langs een gravelweg. Het is in ieder geval een grotere uitdaging.

Heb ik al eens verteld hoe de weg omhoog vaak korter lijkt dan de weg omlaag? Dit is een raar fenomeen, want de weg omlaag gaat sneller. Mijn vermoeden is dat een klim omhoog met horten en stoten gaat en op die manier opgebroken wordt in kleine stukjes. De weg omlaag is één grote glijpartij naar beneden en voelt dus aan als een langgerekt moment. Omdat ik vaak alleen het laatste moment kan bijbenen, blijft dus juist de afdaling bij me hangen als een langdurige herinnering. 

Mooi P1013363

Ik daal af naar Wainui Valley, waar Wainui River uitmondt in Wainui Inlet vlak bij Wainui Bay. De weg verandert hier van gravel in asfalt. Ik vind het niet erg, al vraag ik me soms af waarom het asfalt op een bepaalde plek stopt of begint. Misschien heeft het te maken met Wainui Falls, de grootste waterval van Golden Bay, waar een populaire wandeling naartoe gaat. Ik heb weinig met watervallen (heb ik vast al eens uitgelegd) en dus laat ik het aan me voorbij gaan. 

Mooi P1013365

De weg loopt omhoog de vallei uit en leidt me naar een uitkijkpunt waar een Nederlands geurtje aan zit. Dit is namelijk de plek waar Abel Tasman van plan was aan land te gaan. Hij zette wat boten in het water, die werden opgevangen door waka’s (oorlogskano’s) van de plaatselijke Maori-stam (iwi). Het schijnt dat het (goedbedoelde) trompetgeschal van de Nederlanders verkeerd begrepen werd door de Maori en dat ze daarom tot de aanval overgingen. Vier Nederlanders werden met speren doorboord. Uit angst voor het vijandige gedrag van de Maori vluchtte Tasman weg in zijn schip. Hij had nog net tijd om het land dat door de Maori al lang van een naam voorzien was (Aotearoa, het land van de lange witte wolk) een nieuwe naam te geven: Stateland (hij dacht dat het vastzat aan Zuid-Amerika, de oen). Nieuw-Zeeland (ofwel Nova Zeelandia) werd pas bedacht nadat Hendrik  Brouwer bewees dat van Abels ideeën weinig klopte. James Cook maakte er vervolgens New Zealand van en wij weer Nieuw-Zeeland. Zo is het klokje mooi rond.

Mooi P1013366

Het monument is een simpele rechthoekige pilaar met een plaquette erop. Bij de onthulling was namens de Koningin (dit was ergens in de jaren ’40) de ambassadeur aanwezig. Zo belangrijk werd het toe gevonden. In 1992 werd het monument opnieuw geopend door Koningin Beatrix. Zo zie je maar hoe handig internet is...

Kan Abel eigenlijk wel zeggen dat hij Nieuw-Zeeland ontdekt heeft, vraag ik me af als ik naast het monument sta. Hij is niet aan land geweest en heeft dus geen vlag kunnen planten. Hij was niet de eerste mens die zich op de eilanden vestigde (er gaan zelfs geruchten dat voor de Maori al Grieken en Egyptenaren op de eilanden langskwamen. En wie weet of de vikingen...). Wat me vooral stoort is dat hij niet wist wat hij voor zich had. Wie een kip aanziet voor een hond, kan niet claimen een kip te hebben ontdekt. 

Ik rijd langs een haven en wat kleine dorpjes Takaka tegemoet. De omgeving is mooi, maar het haventje en het naastgelegen industrieterrein hebben meer met beton. Ik zie een klein huisje staan dat ooit heeft dienstgedaan als wegstation. Het staat er nu verloren bij.

Mooi P1013380

Mooi P1013375

Mooi P1013374

Ik heb inmiddels besloten in Takaka te blijven. Morgen heb ik de hele dag om Collingwood te bereiken, dus haast heb ik niet.

Takaka blijkt een erg leuk dorpje, bevolkt door boeren, kunstenaars en hippies. Ik kan me zo voorstellen dat ik hier een dag of wat zou kunnen rondlopen. Er wordt veel georganiseerd in deze uithoek. Er zijn popfestivals, filmavonden in de buitenlucht, kunstgaleries, een kleine bioscoop, genoeg om de verwende rugzakker bezig te houden. Ik zie een film met Sean Connery en een bende kabouters. Erg verheffend...

De tuin van het hostel staat vol bloemen. Het is maar een voorbeeld van hoe groen en fruitig het hier is...

Mooi P1013381

Mooi P1013430

Mooi P1013418

Mooi P1013396

Het is maar 25 kilometer naar Collingwood, maar onderweg word ik telkens afgeleid. Ik rijd eerst naar Te Waikoropupū Springs. Dit is de grootste zoetwaterbron van het Zuidelijk Halfrond en bevat (naar men zegt) het schoonse water ter wereld. Het is ook een heilige plek (tapu) voor de Maori, maar dit geldt voor bijna elk natuurwonder in Nieuw-Zeeland. 

Ik bedoel dit niet oneerbiedig. De Maori hebben een gezond respect voor hun omgeving en vullen hun legenden met verhalen hoe hun omgeving door toedoen van goden is ontstaan. Dit komt vaker voor. De Ieren, Skandinaviërs en Grieken deden het ook. En de Drentse zwerfkeien op de hei waren ooit reuzen genaamd Ellert en Brammert. Zoveel verschil tussen Europese en andere culturen is er eigenlijk niet.

Voordat ik de bronnen mag bezoeken, krijg ik bij de toegangspoort eerst een flink verhaal te lezen over het traditionele belang van de bron. De wandeling naar de bronnen heeft weinig om het lijf, maar de bronnen zelf zijn mooi. De helderheid van het water is ongekend. Ik kijk met gemak tot op de meters diepe bodem. 

Mooi P1013432

Het liefst zou ik hier willen snorkelen om tussen de waterplanten naar vreemde vissen en rare slakken te zoeken. Het blauwgroene water geeft iets geheimzinnigs aan wat er onder het oppervlak leeft. Misschien is het water wet betoverd en verander je na het drinken in een zeemeermin. Helaas mag het niet. Je mag alleen op een bankje zitten en ernaar kijken.

Mooi 2 P1013440

Om het schone water te behouden, mag je niet in de bronnen zwemmen of ervan drinken. Ik verdrink mijn teleurstelling in het wervelen van het bronwater, dat vanuit de grond omhoog komt. 

Mooi P1013443

Mussel Inn ligt 10 kilometer verderop. Het is een kroeg en bierbrouwerij en ik hoef niet uit te leggen waarom ik er even afstap. Dat even wordt al snel twee uur, want ik bestel een vegaburger en een proefplankje met vier biertjes en een cider. Het zijn goede biertjes ook, want ik krijg ze een voor een op. Na uiteindelijk ook de cider langs mijn huig te hebben gewerkt, merk ik dat de motoriek toch een beetje is aangetast. Ik heb nog 10 kilometer te gaan, dus besluit ik eerst nog wat nacho’s met kaas en een glaasje cola te nemen. 

Mooi P1013459

Het helpt. Vrijwel volledig nuchter rijd ik richting Collingwood. Een uitkijkpuntje verder en wat heuveltjes later rijd ik het kleine dorpje binnen. Dit had ooit de hoofdstad moeten worden, maar er zijn niet meer dan drie straten van terecht gekomen. Na wat zoeken blijkt het hostel niet aan zee, maar op de heuvel te liggen. Arnd en Anja zijn er al en ze zijn zichtbaar blij dat ik er ben. Zo kunnen we morgen mooi samen richting de Heaphy. Maar daarover later meer.

Ik werk wat aan mijn foto’s, wat me bijna in conflict brengt met Benny, de zoveelste Duitser die ik hier tegenkom. Hij staat achter me en levert commentaar. Iedereen die mij een beetje kent weet dat dit geen goed idee is als je me vrolijk wilt houden...

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

4 Reacties

  1. Joke de Jong:
    7 februari 2014
    op het moment dat ik dit begon te lezen, brak de zon door,
    Echt waar !!!!
  2. Inge van Maarseveen:
    7 februari 2014
    Hoi Ruud,
    Nou, waar de zon is bij Joke weet ik niet, maar hier in Houten heb ik vandaag nog geen zon gezien, alleen maar grijze luchten en regen. Geeft niet, moet kunnen. Mij krijg je er niet chagrijnig van.
    Bij het lezen over die biertjes, dacht ik al "Ruudje, je weet toch dat bier in je benen gaat zitten?" Ik ben geen bierdrinker, maar dat heb ik uit overlevering...... Verstandig van je om even wat te eten en een cola te pakken, well done!
    Ben benieuwd of je in je volgend verhaal kunt vertellen of Benny je vrolijk gehouden heeft...... Zeker laat commentaar geleverd, aan het eind van de wedstrijd, of liever nog in blessuretijd????

    Liefs,
    Inge
  3. Paps en mams:
    8 februari 2014
    Misschien heeft de zon alleen in engeland geschenen wij hebben alleen regen gezien zijn ook erg nat geworden Maar heben geen bier gedronken
    liefs
  4. Joke de Jong:
    8 februari 2014
    de zon die wij vrijdag hadden, hebben jullie vandaag.
    vanochtend hagelstenen zo groot als tennisballen, krijgen jullie morgen dan........