Een object van verlangen

2 februari 2014 - Takaka, Nieuw-Zeeland

Weer een dag verder. Mijn geld is op en de dichtstbijzijnde pinautomaat is in Takaka. Gisteren kwam ik erachter dat Christie uit Engeland een auto heeft gehuurd en van plan is die kant op te rijden. Dat biedt mogelijkheden en ik spendeer de hele avond met paaien. Zo stappen Robin en ik de volgende ochtend (na Dina en haar jonglerende Schot uit te hebben gezwaaid) bij Christie in de auto. Het wordt een prachtige rondreis langs Takaka, Mussel Inn, Farewell Spit, Wharariki Beach en Pohara. 

Takaka is een hippie-bolwerk. Ik houd daar wel van, al krijg ik soms het gevoel dat ik net niet links, raar, creatief of principieel genoeg ben. Ik ben tenslotte geen hippie, draag geen dreadlocks, heb geen tatouages en werk op een kantoor. De kunst van het geluk is om jezelf te accepteren zoals je bent, maar dat kan moeilijk zijn als ik in elke blik van een ander een oordeel denk te zien.

Maar goed, Takaka is heerlijk kleurrijk, wat je niet in zo’n klein dorp zou verwachten. Het is het kenmerk van deze uithoek, naar het schijnt. Het is zaterdag en de wekelijkse markt is bezig. We lopen over de markt terwijl we wachten tot een vriend van Christie klaar is met werken in het hostel waar hij slaapt. Het doet me denken aan Waterloo Plein, maar dan veel kleiner en gemoedelijker. Het heeft ook veel weg van een biologische markt, maar er worden ook edelstenen en kleding verkocht. Ik probeer wat gefrituurde tofuballen, maar die vallen tegen. Ballen moeten altijd warm zijn, wat voor soort ze ook zijn...

Mooi P1014663

De volgende halte (nadat we Christie’s Duitse vriend hebben opgehaald, van elke drie reizigers is er hier eentje Duits) is Farewell Spit. Ik heb op lopen scheppen over de dode dolfijn, dus die moeten we bekijken. We lopen een stuk langs de moddervlakte en steken dan de Spit over via een enorme zandduin. Het zand is heet, het brandt aan onze voeten.

Mooi P1014653

Boven op het duin is het net alsof we in een woestijn lopen. Nergens is de zee te bekennen, want die gaat schuil achter een tweede duin die twintig meter de lucht insteekt. Ik zie voor me hoe drie wijzerds uit het Oosten (zal wel weer Arnhem zijn) op ezeltjes het duin beklimmen...

Mooi P1014661

De dolfijn lijkt te zijn verdwenen. Wie weet hebben meeuwen hem in een nachtje kaalgeplukt of is hij weggedreven toen het vloed was. Ik weet toch zeker dat hij hier ergens... Vlak bij het pad terug naar de auto zie ik ‘m liggen. Gisteren zag ik ‘m van de andere kant, dat zal het vast zijn. Hij ziet er nog steeds even verschrikkelijk uit. ZIjn tong hangt uit zijn bek en zijn ingewanden liggen op zijn buik te verdrogen. Robin durft niet dichterbij te komen, maar Christie (nota bene een bioloog) gaat er met een glimlach en opgestoken duimen naast zitten. Wat kom ik toch een vreemde mensen tegen...

Mooi P1014931

Wharariki Beach is een strand zoals geen ander. Het wordt door rotsen omzoomd en in tweeën gespleten.

Mooi P1014691

Vanaf een hoge, stijle duin springt onze Duitser (laat ik hem Joachim noemen) naar beneden.

Mooi P1014693

Hij landt in het rulle zand van de flank. Robin doet het na en zo kan ik mooi een foto maken met twee vliegende mensen erop. Het ziet er raar uit, twee van die zwevende kerels boven een strand.

Mooi P1014699

Het is laag water. Onder de middelste rots is een poeltje en daarin zwemmen jonge zeehondjes. Ik kijk tegen de zon in en zie ze eerst niet, tot Robin me erop wijst.

Mooi P1014908

Het is laag water. Onder de middelste rots is een poeltje en daarin zwemmen jonge zeehondjes. Ik kijk tegen de zon in en zie ze eerst niet, tot Robin me erop wijst.

Mooi P1014891

Ze duiken in en uit het pierenbadje, in de gaten gehouden door wat moeders. In groepjes lopen ze op hun flippers over het strand. Ze zijn er beter in dan ik had verwacht.

Mooi P1014774

Zo’n zeehond haalt je in voor je het weet. Ik ben blij dat ik mijn telelens bij me heb. 

We lopen terug. We rijden even langs het hostel om te vragen of we de auto langer mogen gebruiken en dan is de Mussel Inn aan de beurt. Ik heb er volgens mij al eerder over verteld. Ik ken alle biertjes al, dus kies ik er eentje uit. Ik word nu nog niet herkend, maar dat zal de komende dagen veranderen.

Joachim heeft een orka gezien toen hij gisteren stond te vissen. Christie heeft ze net gemist, dus moeten we terug naar de haven bij Pohara. Ik heb er geen probleem mee, want ik heb nog nooit een levende dolfijn in NZ gezien. Wat mij betreft valt een orka daar ook onder, om mijn kansen wat te vergroten. We komen in het halfduister aan en er valt geen orka te bekennen. Volgens mij zijn ze verwant aan Friese koeien en reuzenpanda’s. na donker slapen koeien en reuzenpanda’s zijn erg zeldzaam. Wellicht is dit de reden dat we geen orka te zien krijgen.

Joachim wordt afgezet en we rijden met z’n drieën terug naar Colingwood. We drinken wijn tot laat in de avond. Morgen fiets ik weg, weer een plek achter me latend. Ik zie Robin in Takaka, dat hebben we al afgesproken.

Weer een dag verder. Ik neem afscheid van Christie, het wordt een vast dagelijks patroon. Ook een dagelijks patroon is een bezoek aan Mussel Inn. Dit keer eet ik alleen wat nachos en een cola. Niet erg om even een dagje zonder alcohol te doen...

Ik rijd voor de vijfde keer Takaka binnen. Voor het hostel staat Robin te wachten. Ik herken zijn gedaante: korte spijkerbroek, grijs hemd, lang haar en een petje. Het heeft wel wat als er iemand op je staat te wachten. Als het nou een meisje was...

Dina, Christie, ze zijn alle twee uit ons leven verdwenen. Robin en ik koken samen lasagne. In de praktijk betekent het dat Robin kookt. Maakt mij niet uit, ik hoef alleen te wachten tot het klaar is. Hij houdt van experimenteren en doet wat rozemarijn in de saus. Het kenmerk van experimenteren is dat het resultaat kan bevallen, maar ook kan tegenvallen. Vanaf de eerste hap hoor ik Robin klagen over de overvloed aan rozemarijn en dat hij dat beter niet had kunnen doen. De lasagne is heerlijk, een beetje rokerig door die zelfde rozemarijn (ik wist niet dat een beetje kruid zoveel invloed kon hebben), maar toch erg goed te eten. Maar voor le chef is het hele experiment jammerlijk mislukt. 

Er loopt een nieuw objet de desire rond in het hostel. Ze reist samen met Dan, een aardige Brit met een baardje. Ik ga ervan uit dat ze wat hebben, maar dat ontkent Naomi stellig (waarna ze Dan schuldig aankijkt vanwege haar stelligheid). Ze is prachtig, ik vermoed dat ze een danser is. In haar lange zwarte jurk waart ze haast geruisloos door het hostel, iedereen minzaam aankijkend. Ik ben niet de enige die haar leuk vindt...

1 Reactie

  1. Inge van Maarseveen:
    26 februari 2014
    Mooi gezegd : een objet de desire. Dat klinkt toch veel mooier dan "een lekker mokkeltje".....