Wat iedereen onder de douche doet...

31 januari 2014 - Collingwood, Nieuw-Zeeland

Als je langere tijd op een plek bent, ontstaat er een soort ritme. De mensen om je heen gaan er deel van uitmaken. Ik sta op, zeg good morning tegen Dina en Robin, die nog met hun hoofd onder hun kussen proberen de dag te ontkennen. Ik merk de gevolgen van een avond doorzakken. Het is inmiddels jaren geleden dat ik werkelijk dronken ben geweest, maar ik merk nu dat het makkelijker is maat te houden met sterkere drank...

Mooi P1014207

Dina wil een sprookjesbos bezoeken. Robin, Steffie (een Duits meisje) en ik gaan met haar mee. We moeten wachten tot het water laag is en dan kunnen we langs het strand het bos bereiken. Robin wil kokkels zoeken om ‘s-avonds op te eten. Hij noemt ze clams, al denk ik dat die er anders uitzien. Ik stel voor een band te beginnen, de Glam Clams. Robin vindt het best, als hij maar mag zingen...

Mooi P1014213

Het water staat laag en het strand strekt zich kilometers ver uit. We lopen richting het bos, maar snel gaat het niet. Telkens steekt Robin zijn handen in het zand als hij denkt een goede plek te hebben gevonden voor kokkels. Ik zou graag zeggen dat hij bot vangt, maar zelfs dat lukt niet. Steffie is er beter in. Ze kijkt even rond, steekt haar voet in het zand en wurmt een kokkel omhoog. Ze heeft een neus voor schelpdieren. 

Als we halverwege zijn, besluit Dina te gaan zwemmen. Ze trekt haar kleren uit en loopt in haar bikini het water tegemoet. Robin rent haar achterna. Het lijkt wel alsof hij haar leuk vindt. Ik neem genoegen met mijn voeten in het water. Het is een soort ritueel aan het worden. Ik ben niet zo’n zwemmer. Ik vind het pas leuk als ik in het water lig, maar laat het zelden zover komen. Blote voeten in de zee is een mooi compromis. 

Mooi P1014202

Uiteindelijk komen we bij het bos. Er schijnt kunst verstopt te zitten in het bos. Onder een paar bomen ligt een gebroken stuk keramiek met een gedicht erop. De woorden passen bij de plek. Als we een paar stapen verder het bos in zetten, worden we vergezeld door een luid geknisper. In de bomen zitten duizenden cicaden, die verschrikt opvliegen als we langs lopen. Het zijn flinke beesten, soms wel vier centimeter lang. Het klinkt niet erg groot en voor een olifant of een nijlpaard zou het ook ronduit bescheiden zijn. Maar voor een vliegend insect is het behoorlijk. De dames gillen als ze de beesten met een flinke impakt tegen hun hoofd voelen vliegen. Zelfs Robin kan een kerm zo nu en dan niet onderdrukken. Ben ik nou werkelijk de enige vent hier?

Een zijpad loopt een heuvel op. Ik stel voor het uitzicht te gaan bekijken en dan uit dit horrorbos te ontsnappen. Ik hoor geen tegenwerpingen. Het uitzicht is aardig, maar belangrijker is dat we niet langer gebombardeerd worden met insectenlijven. Ik vond het zelf eigenlijk wel spannend...

Terug op het strand zoekt Robin verder naar kokkels. Steffie helpt hem en dat is maar goed ook (tenzij je het vanuit de kokkel bekijkt). Samen weten ze zo’n twintig levende schelpen te vangen. Kokkels staan bekend om hun snelheid als het gaat om stil blijven liggen. 

Mooi P1014227

Dina boetseert twee zandhoofden. Eerst maakt ze er een. Het is een vrouw met een ontevreden gezicht. Dat komt omdat ze bij de volgende vloed zal worden weggevaagd, zegt Dina. Ze maakt een mannenhoofd om de vrouw te troosten. Ook hij zal snel opgaan in de zee, maar mannen vergeten hun eigen einde makkelijker als ze naast een mooie vrouw liggen.

Mooi P1014238

Dina maakt crepes en Robin zorgt voor zijn kokkels. Hij kookt ze in wijn, die we eerder in de tavern kochten (natuurlijk zijn we weer even een biertje wezen halen). Met z’n vieren genieten we van het eten. Het voelt alsof we elkaar al jaren kennen en nog weken met elkaar zullen optrekken, maar morgen zal het anders zijn.

Mooi P1014257

Het is de dag van de Spit. Farewell Spit is een dunne zandtong die dertig kilometer de zee insteekt. Je kunt er niet komen, tenzij je een dure tour doet. Ik vind het niet erg om wat te betalen voor een bijzondere ervaring, maar die ervaring moet dan wel van mij zijn. Ik betaal liever duizend dollar om naar een strand te kunnen reizen waar ik een mooie schelp vind, dan twintig dollar voor de schelp neer te tellen in een winkel. 

Ik fiets samen met Steffie richting de Spit. Zij gaat vanmiddag paardrijden en ik wandel richting de Spit zelf. De eerste vier kilometer zijn te voet te bereiken, de rest is verboden terrein. De fietstocht zelf van 25 kilometer voert langs de kust. Het is vloed en sommige gedeelten van de weg staan onder water. Stel je voor dat je zo een vis aanrijdt... Ik merk dat ik in vorm ben, want Steffie houdt me maar moeilijk bij. Ik rijd rustig om haar niet teveel uit te putten. Ik ben tenslotte een sterke ouwe vent en zij is maar een jong ding van vroeg in de twintig. Iedereen weet dat kracht met de jaren komt, toch?

Mooi P1014600

Steffie’s paardrijden begint pas in de middag, dus we besluiten eerst een stuk te wandelen. De Spit heeft de vorm van een kromme vinger. Aan de binnenkant ligt bij eb een moddervlakte die ik herken van de wadden. De buitenkant lijkt net een Noordzeestrand met eindeloos wit zand en duinen tot voorbij het oog. Nu het hoog water is, kunnen we de moddervlakte niet eens zien en dus lopen we via groene heuvels met schapen erop richting de duinen. De Spit is onderdeel van het Puponga Farm Park, dus die schapen zijn op hun plek.

Mooi P1014672

Als we op het strand aankomen, is het al zo laat dat Steffie richting haar paard moet. Ik blijf achter en loop richting een paar rotsen waar fossielen in verborgen schijnen te zitten. Ik zie weinig fossiel, maar net om een hoek ligt tussen twee rotsen een zeehond te zonnen. Ik sta op nauwelijks tien meter afstand, maar hij lijkt me niet te zien. Zo met een rots ertussen hoef ik ook niet bang te zijn dat hij me iets aandoet. Het is een wederzijds begrip van elkaars vreedzame bedoelingen. Ik laat jou liggen en jij neemt geen hap uit mijn enkels. Als ik mijn lens op hem richt bromt hij wat, maar verder komt het niet.

Mooi P1014277

Ik kan eindeloos genieten van wat de zee en de wind uithalen met het zand op een strand. De ribbels in het zand lijken immer hetzelfde en zijn toch zo verschillend als vingrafdrukken.

Mooi P1014419

De wind doet hetzelfde met het water dat in ondiepe geultjes en kuilen rondhangt. Eindeloos speelt het met golfjes en rimpels om tot een telkens veranderende landkaart te komen.

Mooi P1014620

Het strand is eindeloos. Ook hier ligt hout op het strand, maar het zijn maar enkele bomen en takken. Ze steken als abstracte kunstwerken boven het zand uit.

Mooi P1014569

Ik ruik iets vreemds, iets rottends. Ik zie een zwarte hoop liggen en denk even dat het een boomstam is. Als ik dichterbij kom, besef ik me dat het ooit een levend dier is geweest. Zeven jaar geleden heb ik geprobeerd er een te zien, maar nu is het eindelijk zo ver: een dolfijn. Dood en rottend ligt hij op het strand, een smet op het witte tafellaken. Zo had ik me mijn eerste dolfijn toch niet voorgesteld. 

Mooi P1014504

Het is eigenlijk geen dolfijn, maar een griend. In het Engels worden ze pilot whale genoemd, al zie ik ze niet zo snel vliegen. De werkelijke reden van die naam is dat groepen grienden zich schijnen aan te laten voeren door een leider, de piloot. Misschien verklaart dat de grote groepen grienden die aanspoelen...

Het is een ontnuchterend gezicht, dit riekende karkas dat ooit een intelligent wezen was. Ik maak wat foto’s, maar besluit meteen dat ik ze niet zal gebruiken. Ik voel dat dit dier respect verdient en een beetje medelijden vanwege zijn dood op een plek waar hij nooit had moeten liggen.

Mooi P1014610

Het is een lange trektocht op mijn blote voeten langs het strand naar het uiterste punt waar ik mag komen. Hoe vreemd is het dat wandelen langs het strand vaak langer aanvoelt dan het werkelijk is. Misschien ligt het aan de hoeveelheid foto’s die ik maak, of aan de eindeloze wijdte om me heen, die ik met gedachten probeer te vullen. Ik houd van deze ruimte, hier is het eindeloze niets.  

Mooi P1014618

Ik klim over de Spit heen en keer terug langs de moddervlakte. Mijn fiets wacht, het is al rond vijf uur. Pas tegen zessen ben ik bij mijn fiets en begin ik aan de 25 kilometer terug. Het gaat veel sneller, zo alleen en zonder Duitse meisjes om me tegen te houden...

Bij het hostel zie ik dat iedereen in de tuin zit. Er lijkt op me te zijn gewacht. Robin kijkt een beetje beteuterd, ik kan zien dat hij een schouder nodig heeft. Dina heeft een Schotse jongen bij zich. Er wordt niets uitgesproken, maar hij lijkt haar vriend te zijn. Ze delen vannacht samen een kamer. Ik ben blij dat ik niet voor haar gevallen ben. Arme Robin.

‘s-Avonds in de Collingwood Tavern (we worden er inmiddels herkend) raken we aan de praat met wat locals. Zo noem je mensen die daar wonen waar jij op bezoek bent. Er gaat een soort minderwaardigheidsoordeel vanuit, maar uiteindelijk zijn zelfs de werkelijke wereldreizigers ergens op aarde een local. Ik ben zelf een Arnhemse local, een European Native. Het gesprek gaat over plassen in de douche. Iedereen schijnt het te doen. Wat is de mens toch een smerig schepsel! Ben ik nou de enige die zich weet te gedragen...

Foto’s

2 Reacties

  1. Petur:
    25 februari 2014
    Vlamingen poepen in bed!
  2. Inge van Maarseveen:
    26 februari 2014
    Hoi Ruud,
    Aaahh, wat zielig die griend. Denk je eindelijk een dolfijn te zien, is het een dode griend. Dat zal niet naar viooltjes geroken hebben......

    Groeten,
    Inge