Naar Nydia part 2

10 januari 2014 - Havelock, Nieuw-Zeeland

Om tien uur gaat de boot, maar ik moet er om half tien zijn. Ik ben de enige klant, dus Bruce vaart al om tien over half tien weg. Maar goed dat ik er al om half tien was, anders had mijn vroege aanwezigheid er voor gezorgd dat ik de boot had gemist. Soms kan ik mezelf niet goed volgen. 

Mooi P1012586

Bruce vaart voorzichtig de haven uit. Hij mag hier niet harder dan acht kilometer, anders worden de vogels boos. Hij wijst me op lepelaars, aalscholvers, scholeksters. Soms lijkt het hier net de Wadden. De trots van Havelock is de groene mosselvisserij. Het heeft zichzelf tot mosselhoofdstad van de wereld gekroond. Zo kan ik het ook, blogbaron, fotogod en kunstkeizer die ik ben. De groene mossels zijn groter dan de zwarte variant en dat maakt de trots allen nog maar groter. Voor de lol gooi ik er een leuk Nederlands weetje tegenaan: Oud Zeeland heeft ook mosselen. 

Mooi P1012591

Buiten de haven gaat het gas los. We stuiven over het water tot we bij Shag Point komen (ik onthoud me even van opmerkingen betreffende dit punt...). Met wat moeite en een natte voet weet ik de rugzak van de voorplecht van de boot te plukken en op het betonnen trapje te klimmen. Ik zwaai naar Bruce en klim via het trapje de weg tegemoet. Het avontuur kan beginnen.

Zeven jaar geleden liep ik voor het laatst door de Nieuw-Zeelandse bush. Zeven jaar, ik moet even aan de seven year itch denken. Zou ik werkelijk elke zeven jaar jeuk krijgen zonder een shot kiwi? Ik heb wel vaker jeuk...

Mooi P1012686

Vier kilometer moet ik nog afleggen langs een gravelweg voor ik bij het begin van het pad ben. Een beetje leed voor de pret begint, zo verhoog ik vaak de spanning van de verwachting. Gravelwegen zijn leuk om te fietsen, omdat ze moeilijker zijn dan gewone wegen. Ze zijn echter niet prettig om te bewandelen. Ik ben dan ook blij als ik het begin van het pad bereik.

De Nydia-Track is eenvoudig. Je loopt omhoog naar een zadel tussen twee heuvels, loopt weer naar beneden tot je een baai hebt bereikt en doet hetzelfde de volgende dag aan de andere kant. Het pad is makkelijk, ooit zal dit een pad voor vee zijn geweest. De rugzak is maar half gevuld, want ik blijf één nachtje en er is een fornuis (en warme douches!) in de lodge. 

Er wordt ook gemountainbiked op het pad. Dit is iets nieuws en gebeurt steeds vaker op wandelpaden. Zeven jaar geleden was het nog schrikken om plotseling een paar fietsers op het pad te zien, maar DoC schijnt er een grootse toekomst in te zien. Ik kom dit keer gelukkig geen fietsers tegen. Ik ben er zelf ook een, maar voor alles is een plek. En op dit smalle pad zie ik mezelf niet makkelijk opzij springen voor een voortrazende fietsgeit. Ik zou meteen in het dal beneden liggen, denk ik. 

Mooi P1012634

Ik bereik de top van het pad, maar ik weet dat de klim nog niet geklommen is. Voor me uit zie ik de groene muur die tussen mij en Nydia Bay in staat. Ik ben er nog lang niet. Het pad daalt af richting een beekje in de diepte, iets waar ik eigenlijk een hekel aan heb als ik omhoog moet. Maar vandaag maakt het weinig uit. Ik heb de tijd, mijn voeten bewegen ontspannen over het pad. 

Mooi P1012630

Ik klim weer, dit keer richting de uiteindelijke top. De groene heuvels omringen me, er is niets anders te zien dan bomen, varens en de bleke klei van het pad. De klei is nog vochtig van de laatste regenbui en soms een beetje glad. Ik herinner me een waarschuwing voor fietsers. Als het geregend heeft, wordt hen afgeraden het pad te fietsen. Ze zouden eens kunnen vallen. 

Op de top gekomen zie ik Nydia Bay beneden me flonkeren in een paar onopgemerkte zonnestralen. Het lijkt een soort Valhalla, ver weg van de wereld. Ik denk even een groepje centaurs te zien lopen over de groene velden en is dat geen Vikingschip dat de fiord binnenvaart? Het diepe zwart dat de voeten van de bergen verdrinkt huist waterdraken. 

Klein P1012666

Beneden gekomen blijken de centaurs angstige koeien en het vikingschip is een verzopen boom. Het maakt niet uit, dit is een plek die me oude verhalen vertelt van verre oorden die het nooit heeft gezien. Misschien stromen ze wel de baai binnen met het getij...

Ik kruis wat beekjes (er zijn geen bruggen, dus plons ik er lomp doorheen), jaag de koeien op en loop een stuk langs de kust naar de Lodge. Er is een grote groep vrienden aanwezig, die de halve lodge hebben afgehuurd. Gelukkig zijn het vriendelijke mensen die in zijn voor een praatje en met plezier wat opschikken voor een eenzame wandelaar... En wat is mijn slaapzak groot, ik kan me erin omdraaien zonder het hele ding als een vlecht in elkaar te draaien.

Mooi P1012682

Ik moet terug. De boot gaat om vijf uur en ik wil nog even iets van de baai zien. Maar het grootste gedeelte van de dag gaat op aan wandelen wat ik al ken. Het is een van de meest irritante bezigheden ter wereld, een pad heen en terug lopen omdat ik geen vervoer heb aan de andere kant. Het scheelt geld, maar kost humeur. 

Ik doorkruis de velden, de beken, de koeien en beklim het pad omhoog. Weer verbaas ik me over het feit dat mensen dit een leuk pad vinden om tegenop te fietsen. Het is steil, soms rotsig, smal en glad. Ik zie mezelf al mijn gevaarte van 60 kilo langs deze hel omhoog hijsen. Ach, mensen moeten vooral doen waar ze zin in hebben. Als ze mij maar niet als fietsenrek gebruiken. 

Ik ben vroeg boven en dat verbaast me een beetje. Ik herinner me van vroeger dat ik altijd langzamer was dat de tijd die DoC op de bordjes zet. Misschien even leuk om uit te leggen: wegwijzers voor wandelaars laten soms de afstand zien, maar meestal (ook) de tijd. Een afstand zegt tenslotte niet zoveel als het pad steil klimt, rotsig of wortelig is of onderbroken wordt door veel beekjes. Er zijn paden waar je niet meer dan twee kilometer per uur haalt. 

Mooi P1012649

Ik daal af en klim weer. De klim duurt langer dan ik in mijn hoofd heb, maar ook nu ben ik eerder boven dan de planning. Met nog twee uur te gaan bereik ik het einde van het pad. Een mevrouw met drie kinderen komt me tegemoet. De kinderen hebben hengels bij zich. De mevrouw vraagt me of ze al dicht bij de top is. Ze is net begonnen, maar goed... Nee, zeg ik, nee. Ik kan niet eens een spits antwoord bedenken. Ik vraag me af of ze weet dat ze nog drie uur te gaan hebben voor ze water zullen zien. Tenzij ze die hengels in een beekje willen hangen...

Ik lig in het gras en lees. Ik doe dat niet genoeg. Ik lees wel, maar niet in het gras. Als de zon schijnt, als het gras naar hooi ruikt, als het verhaal je ogen telkens naar de onderkant van de bladzij leidt, dan staat de dag even stil. Om vier uur sta ik op en loop richting Shag Point. Dezelfde saaie weg, de tijd die me dwingt door te lopen, de afstand die langer en de snelheid die lager lijkt, ik wilde dat ik eerder was begonnen. Net voor vijven bereik ik het betonnen trapje. De boot is er niet. Twee mensen zijn aan het zwemmen, een van hen snijdt zijn teen aan een mossel. Het is een Nederlander, dus we kletsen wat. De boot is er nog steeds niet. 

Uiteindelijk, niet eens vijf minuten te laat, komt Bruce opdagen. Het water staat hoog en met wat moeite en hulp van zijn vrouw weet ik mijn rugzak op de boot te krijgen. Met mijn benen tot aan mijn enkels in de zee weet ik mezelf aan boord te hijsen. Naar huis, een paar verhalen rijker. Morgen wachten de heuvels tussen Havelock en Nelson.  

1 Reactie

  1. Inge van Maarseveen:
    22 januari 2014
    Hoi Ruud,
    Weer een mooi verhaal met prachtige foto's, vooral de tweede van boven met die schaduw in het water : geweldig mooi!
    Op naar je volgende verhaal.

    Groeten,
    Inge