Lek

12 december 2013 - Hobart, Australië

Wat is de grootste angst voor een fietser? Houd even in gedachten dat we het hebben over iemand die een fiets ziet als iets waarop je fietst en waar je verder vanaf blijft, iemand die in paniek rakt als hij ziet dat iemand zijn achterwiel uit zijn fiets haalt. Een klapband, juist. Ik kan inmiddels alles hebben, van heuvel tot tegenwind en alles wat maar uit de lucht komt vallen (zolang het geen meteorieten en vliegtuigen zijn). Maar een exploderende achterband is einde verhaal. Nou ja, voor een beetje vertraging zorgt het wel.

Ik maak me zorgen over die bobbel in mijn band. Het is net alsof er een ei in zit. Als ik erop zit, voelt het met elke omwenteling van het wiel alsof ik een sprongetje maak. Aan de band hangen reepjes rubber, dat kan ook niet goed zijn...

En toch besluit ik te fietsen, wat kan ik anders doen? Ik kan gaan liften, maar waarom zou ik zolang ik nog kan fietsen? Er zijn wat heuveltjes om overheen te komen (misschien wel de laatste van de reis), maar daar weet ik wel raad mee. Ik fiets makkelijk de eerste zeven kilometer naar de afslag. Ik kom een bord tegen waarop huisdierenvlees wordt aangeboden. Laad hier nooit je hond uit...

Mooi P1011067

Het stukje naar en over het meer lukt ook. Maar dan begint de flinke klim. Het is steiler dan ik verwachtte. Volgens mij komt dat nog steeds door een gebrek aan energie in de ochtend. Misschien is een mueslireep toch echt niet genoeg.

Na twee flinke heuvels heb ik het even helemaal gehad. Wat een stom land. Al die heuvels, had niemand kunnen verzinnen dat een vlakke weg veel fijner rijdt dan een heuvelachtige? Nee, was ik hier maar baas van infrastructuur. Dan zouden alle heuvels worden afgegraven en de weg met een kleine neergaande zucht naar beneden glijden, als water dat in een putje verdwijnt.

Ik stop even in Ellendale om een broodje te eten. En wat een lekker broodje is het, een geroosterde ciabatta met ananas en kaas. Wat heerlijk! Even vergeet ik alle heuvels die ik vandaag gehad heb. Het zijn dit soort kleine momentjes die het genot van het fietsen bepalen. Zo vangt de fiets leed en genot in een simpel ontwerp van staal en rubber...

In Westerway zijn de heuvels even op, als ik mijn LP mag geloven. Mijn geloof is de laatste tijd een paar keer geknakt, omdat er aan de horizon een heuvel opdoemde die ik niet verwachtte. Meestal heb ik dan niet goed gekeken. Ik heb het boek digitaal gekocht, zodat ik het op mijn laptop kon zetten. Erg handig als je in een hotel zit, maar niet als je in een regenbui langs de weg staat. Ik heb het twee keer gedaan, mijn laptop uit de tas gehaald om te kijken waar ik was. Het voelt een beetje onbeschermd.

Westerway is wel een mooie naam voor een dorpje. Hier begint de weg naar Strathgordon, in het wilde en verlaten westen. Ik was er graag naartoe gegaan, naar de bergen en meren waar niemand komt, maar de weg is zwaar en ik ben zwak. Wat ook meespeelt is de bochel in mijn band, waar ik niet al te lang mee wil doorrijden. Ik stel mezelf voor er op een latere reis terug te komen. Want zoals met elke reis laat ik langs de weg vele kansen liggen om ze later een keertje op te rapen. 

Tien kilometer later draai ik de B62 op richting New Norfolk. Al die A’s, B’s en C’s leer je hier beter kennen dan in Nederland. Thuis leven wij fietsers aan de hand van paddestoelen en ANWB-bordjes. Maar hier heb ik al lang geleerd dat A groot is, B gemiddeld en C smal en rustig. Ik houd erg van de hoge C (wat staat voor een weg over een gravelberg).

B en C fietsen het fijnst, omdat ze rustig zijn. C is vaak een gravelweg, wat zwaarder fietst, maar een grotere uitdaging is en de fietser dichter bij het land brengt. A is nog altijd beter dan 1, de grote snelweg van Tasmanië. De 1 is een tweebaansweg met twee brede banen en genoeg ruimte langs de kant voor een fiets. Je mag hier eigenlijk overal fietsen, behalve over de Tasman-brug. Daar heb je een fietspad.

Nog 19 kilometer. Ik fiets tegen een berg op, een berg die niet op de kaart staat. Maar het wordt nog erger. Bijna bovengekomen hoor ik plotseling een luid en kort gesis. Hetzelfde moment voel ik de achterkant ongeveer drie centimeter omlaag zakken. 

Het is geen 19 kilometer meer, maar als ik boven op de heuvel kom voel ik me toch even treurig. Een lange afdaling wordt me hier ontstolen. Die band, had niemand me dat in Arnhem, Melbourne, Launceston kunnen vertellen? Ik hoor steeds over mijn roestige ketting, maar die doet het nog steeds. Mijn achterband was versleten, en nou sta ik 15 kilometer van New Norfolk met een zestig kilo zware fiets langs de weg! Mag ik alsjeblieft even vloeken!

Mooi P1011073

Ik loop. Ik ben goed in lopen. Ik duw mijn fiets de goede kant op en zie een bordje staan met “Plenty”  erop. Nou, daar weet ik wel raad mee. Ik heb het Plenty gehad. Plotseling denk ik aan het winkeltje op de Wichert thuis in Arnhem. Plenty Parts. Zouden ze hun spullen... Ach, het maakt niet uit en het had zoveel erger kunnen zijn. Ik heb zelf niets, ondanks de platte band rijdt de fiets nog en vijftien kilometer (of inmiddels minder, want ik heb er goed de gang in) is te voet te overbruggen.

Ik spreek met mezelf af dat ik in stevige pas richting New Norfolk zal lopen. Mocht iemand me een lift aanbieden, dan is dat mooi meegenomen. Als ze richting Hobart gaan, dan is dat nog mooier. De kilometers kruipen voorbij. Dat is niet eerlijk, want ik loop in hoog tempo richting Hobart. Iemand komt uit een uitrit. Hij biedt me aan om me naar New Norfolk te brengen, maar hij heeft een kleine Mercedes. Daar past mijn fiets niet in. Ik loop liever verder.

Nog wat later stopt Adrian. Hij heeft een volle ute (dat is een auto met een enorme laadbak), maar op de een of andere manier weten we de fiets en alle tassen erop te krijgen. Ik zelf mag ergens tussen stuur en versnellingspook een plekje zoeken. Die plek is er niet, maar ik ga toch maar zitten. Hij brengt me naar New Norfolk en vraagt dan of ik niet beter af ben in Hobart.

Het is misschien niet de meest comfortabele rit die ik ooit heb gehad. Maar waar ik dacht een avond in New Norfolk door te brengen, zit ik nu in mijn oude hostel in Hobart. De fietsenmaker is 500 meter verderop. Ik begin Hobart leuk te vinden. Niet leuk in de zin van er is zoveel te doen. Of omdat er zoveel geld te verdienen is. Het is er mooi, ontspannen en cultureel. En, in tegenstelling tot steden als Londen, Parijs, Melbourne, valt de stad te bevatten. Het lijkt Arnhem wel...