Van de Kribbe naar het Meer, deel 6

1 december 2013 - Lake St. Clair, Australië, Australië

Het mooiste komt nog. Ik weet het niet zeker, want hoe kan je schoonheid inschatten als je het nog niet aanschouwd hebt? Op de kaart ziet het er intrigerend uit en dat is genoeg. De meeste mensen in de hut hebben het Labyrinth al bezocht. Het is een flinke klim omhoog naar een vlakte vol meren, rotsen en eenzame bomen. Het is een stille plek.

Ik probeer niet te laat te vertrekken. Ik merk dat ik het spannend vind. Keko (een Japans meisje dat twee keer Cradle opklom omdat ze de eerste keer haar camera was vergeten) zegt dat het een zware tocht is. Maar ze deed het pad nadat ze eerst de Acropolis (een berg van 1481 meter hoog) beklommen had, dus misschien was ze een beetje moe. Alle bergen in de omgeving hebben mythische namen. Er is zelfs een Mount Eros, al voldoet z’n uiterlijk niet aan de verwachting...

OT 68

Al snel begint het pad te klimmen. Ik gebruik mijn beproefde klimmethode. Het gaat inmiddels zonder na te denken, alsof ik het al jaren doe. Het eerste stuk loopt door open bos, groen van het mos. Als ik dan toch door bos moet lopen, dan dit bos. Het voelt zacht en weelderig, als het boudoir van een Arabische kalief. Misschien zijn het de mythische bergen die me inspireren, maar zie ik daar geen courtisane achter een boom schuilgaan? Oh, dit bos is vol van verleiding!

Als je klimt, klim dan omhoog. Ik mag blij zijn dat het droog is, want ik kom bij een waterval en moet erlangs omhoog. Er stroomt zo weinig water naar beneden dat het niet meer dan een stroompje is, een enkele traan langs de wangen van de bergflank. Het klinkt erger dan het is, van steen naar steen hoppend klim ik omhoog. Soms moet je even kijken hoe je langs een steil stuk pad omhoog komt, maar dit zijn aangename puzzels om op te lossen.

OT 69

De bomen dunnen uit. Ik kan nu tot aan Lake St. Clair kijken, het diepste meer van heel Australië. Het ligt ingeklemd tussen de bergen, een horizontaal blauw lijntje tusen vertikale streken grijs en groen. Ik klim verder en bereik de top van de pas. Een veld van door wind afgeronde rotsen laat zich door groene vegen en donker water onderbreken. Miljoenen jaren hebben dit landschap gevormd. Dit is nog maar de poort, de weg naar het Labyrinth ligt voor me.

OT 70

Als ik op de rots sta en uitkijk over de kleine meren van het Labyrinth, weet ik dat ik goed gekozen heb. Hier wilde ik komen, dit is de mooiste plek van het eiland. Een driehoekig meer, ingeklemd door lage rotsen en hoge pieken, rimpelt zijn oppervlak niet ver van waar ik sta. Het is een kleine afdaling en dan een sprong van rots naar rots. De schoonheid van deze plek verwart me.

OT 76

Ik vermoed dat dit oude land veel groter is dan ik besef. Het water, de bomen, ze lijken zo dichtbij, maar er moeten kilometers zijn tussen hen en waar ik sta. Maar hoe groot zouden dan de bomen zijn...

OT 71

Ik daal af en loop over de rotsen naar het meer. Wat me steeds weer verbaast is hoe anders dit landschap is dan alles wat ik op de wandeling heb gezien. Er was zoveel moois, maar deze verborgen plek, dit door weinigen genoten geheim geeft me het gevoel iets bijzonders te hebben gevonden. Velen zien dit op de kaart staan, maar laten het aan zich voorbij gaan... zonde.

OT 72

De weg terug gaat zoals altijd sneller dan heen. Als ik terug ben bij de hut, is de kampeerfamilie net gearriveerd. Ik heb bewondering voor hun keuzes. Ze zouden elke dag drie bergen kunnen beklimmen, maar vandaag blijven ze rustig bij de hut. Morgen is het Labyrinth aan de beurt en daar nemen ze een dag de tijd voor.

OT 73

Ik loop richting Narcissus en het gaat ook nu weer sneller dan heen. Al snel heb ik de kruising bereikt en loop het bos uit richting het meer. Ik zie mijn laatste bergen, morgen zullen ze zich verstoppen achter het bos.

OT 78

De hut is oud en versleten. Het kan me weinig schelen, het is mijn laatste nacht op een houten plank. Ik loop naar de aanlegsteiger waar de veerboot komt. Het uitzicht over het meer is mooi, het diepe water rustig. Het laat zich door een windvlaag tot rimpels bewegen. De veerboor laat ik morgen aan me voorbij gaan. De bus naar Cradle gaat pas op dinsdag, dus ik heb een hele dag over.

OT 79

De laatste dag. Ik wil maar een ding, Cynthia Bay bereiken en iets warms eten. Mijn laatste zakje rijst met een smaakje is op, ik ben klaar voor wat beschaving. Ik stink, heb een baard en wil het liefst een uur onder een warme douche staan.

De wandeling vandaag is lang en eentonig. Ik scheld op de bomen en de wortels, drink van kleine poeltjes, zie soms een glimp van het meer. Grote meren zijn eentonig als je er een hele dag langs moet lopen. De eerste blik die je op een meer werpt is meestal de beste. De laatste is ook goed.

Ik loop langs Echo Point (waar een dikkige man op het kleine strandje ligt te zonnen), wetende dat ik nog meer dan tien kilometer moet. Ik probeer mezelf anders in te stellen, elke keer dat ik pauzeer heb ik een kilometer gelopen. Zo weet ik dat ik na niet meer dan tien keer pauzeren bij het eindpunt ben.

Een groot eucalyptusbos. Ik kijk op de kaart, dit staat aangegeven. Het is dicht bij het einde. Het pad is wijd, de bomen staan ver uiteen. Even later zie ik een bordje “Visitor Centre”.

OT 81

Als ik uiteindelijk het bezoekerscentrum binnenloop, zie ik twee jongens die ik uit Pine Valley ken. Het weerzien is uitstekend, dat heb je met mensen waarmee je kaart hebt gespeeld. Keko is er ook en met z’n vieren besluiten we ergens te gaan eten. Ik neem snel een douche (is nogal nodig). Dat eerste biertje, dat heerlijke eten, de fantastische friet, na zeven dagen smaakt het beter dan welke maaltijd ook. Ik heb er hard voor gewerkt...

6 Reacties

  1. Paps en mams:
    17 december 2013
    Wat een mooie foto's en een goed verhaal Ik ben blij dat we niet vantevoren weten wat voor enge paden je loopt maar je bent er weer goed uit gekomen
    groetjes paps en mams
  2. Inge van Maarseveen:
    17 december 2013
    Hé die Ruud,
    Ik kan me de gevoelens van paps en mams goed voorstellen. Je hoeft niet alles te weten wat je kind doet en soms is dat maar goed ook....
    Je hebt me weer laten genieten van je verhalen. Ik krijg steeds meer waardering voor je, hoe jij die reis beschrijft, dit avontuur aangaat en het dan ook 'gewoon' doet. Petje af kanjer!

    Liefs,
    Inge
  3. Arjan van etten:
    17 december 2013
    Hoi Ruud,

    Ik sluit me helemaal aan bij Inge. Petje af voor je moed om dit avontuur aan te gaan en ons zo open en eerlijk verteld over je emoties/ gevoelens.

    Jij bent een ware oog- en voet wandelaar ! (en oor- aangezien je ook zeker zult genieten van het gesuis van het beekje of het ruisen van de wind).

    Groet, Arjan
  4. Elly van Lierop:
    22 december 2013
    Mooi om jouw verslag te volgen!
  5. Sandra:
    24 december 2013
    De tijd die je neemt om de verhalen te schrijven lijkt meer dan de tijd die ik heb om te lezen. Ik ben inmiddels weer bij en waardeer het kijkje in je hoofd, over je belevenissen en de hersenspinsels zeer. Bijzonder!

    Groetjes
    Sandra
  6. Inge van Maarseveen:
    24 december 2013
    Hé die Ruud,
    Dank je wel voor je mooie Kerstwens! Natuurlijk wens ik jou vanuit een stormachtig Nederland (maar wel 12 graden 'warm') ook hele mooie feestdagen en een geweldig, avontuurlijk, liefdevol, gezond en reislustig 2014!

    Groeten,
    Inge