Van de Kribbe naar het Meer, deel 4

29 november 2013 - Cradle Mountain, Australië

De vierde dag moet de mooiste zijn van de wandeling. Helaas gaat dat alleen op als het helder is, want een bergwandeling in de mist is niet veel anders dan een loopje door de polder... Eigenlijk is dat niet waar. Het fysieke verschil even daargelaten is een bergwandeling altijd een belevenis. De truc is om je verwachtingen te temperen. Vergeet de foto’s van blinkende bergtoppen zover je oog kan zien, dalen tot ver voorbij de horizon. Bergen die zich in mist hullen, zijn stiekem. Ze spelen in het geniep samen met de laaghangende wolken om even een knie, een vinger, een oor te tonen. En elk moment dat je even een rotspunt mag aanschouwen, is een kadootje.

In mist toont een berg zijn ware gedaante, zijn donkere zijde, zijn natte, gladde flank. Al dat water voedt de watervallen die van de bergen stromen, zilveren linten soms, die je in de verte op ziet doemen, net voor een mistflard ze weer voor je verbergt.

OT 52

Meteen vanuit de hut begint de klim, eerst zachtjes, een drempeltje omhoog en een stoepje omlaag. Al snel wordt het echter steiler. Omdat het pad via bos omhoog kruipt, lijkt de klim echter minder heldhaftig. Er is altijd een wortel om je aan vast te klampen, als het nodig mocht zijn. Omdat ik vaker een klimmend bospad volg, leer ik de nabijheid van een top herkennen. Terwijl het pad stijgt, kijk ik door de bomen heen naar boven. Als ik tussen de stammen door wat daglicht zie sijpelen, dan weet ik dat boven de bomen niets dan lucht is. De top is dan niet ver meer. Ongeveer de helft van de tijd gaat dit niet op en verschuilt de top zich achter een bochtje van het pad.

De laatste honderd meter beklim ik de naakte pas, omrongd door niets dan gras en rots en een dikke deken mist. Vlak bij de top staat een flinke boom, vol van kroon. Eronder hebben de kampeerfamilie en de twee Zuid-Afrikanen van onze groep hun spullen neergezet. Ze willen een poging doen Mount Ossa te beklimmen, ondanks de mist en de daarbij horende gevaren.

OT 54

Dat Zuid-Afrikaans is apart, als ik die twee zuiderlingen hoor praten weet ik soms een woord te ontcijferen. Maar als ze rustiger praten, kunnen we elkaar makkelijk verstaan. Het is wellicht net als een dialect in Nederland, want Limburgers en Zeeuwen onder elkaar versta ik ook niet.

Mount Ossa is de hoogste berg van Tasmanië. Zijn 1617 meter klinkt misschien niet al te indrukwekkend, maar met Cradle en Bluff heb ik al gezien dat de bergen hier niet voor mij gemaakt zijn. De toppen bestaan uit verticale pilaren van breekbaar doleriet, waardoor een klim naar de top altijd gepaard gaat met glibberen en glijden over grote rotsblokken. Ik besluit te proberen om Mount Doris, de kleine berg op weg naar Mount Ossa, te beklimmen.

Too Many Stories P1010551

Als je de Overland verlaat, doe je een stap dieper de wildernis in. De paden worden net iets ruiger, rotsiger en modderiger. Dit is waar het hart sneller gaat kloppen, waar het woord “pad” staat voor meer dan alleen een wandelpaadje. Meestal gaat het goed, maar soms moet je jezelf langs een rots hijsen van een meter hoog. Hierbij moet ik zeggen dat mijn belangrijkste klimattribuut het zitvlak is. Vooral afdalend wil dat soms sneller werken dan proberen voetje voor voetje hetzelfde hoogteverschil te overbruggen. Ik denk even aan de term “kontklimmer”, maar weet dat dit niet is wat ik bedoel...

Ik beklim de eerste heuvel, een ronde vorm die iets wegheeft van een rotstuin. Ik vermoed dat dit een prachtige plek moet zijn als het helder is. Nu de wind me geselt en sneeuwvlokken horizontaal in mijn gezicht worden geblazen, vind ik de plek nog aangenaam. Ik vermoed op de top van Mount Doris te staan, al weet ik het niet zeker. De sterke wind doet me besluiten terug naar beneden te gaan. Ik kom de twee Zuid-Afrikanen tegen. Zij besluiten wel een poging te wagen om hoger te komen. Het uitzicht zal niet beter zijn, maar wie weet. Een windvlaag is genoeg om een bergtop te ontbloten.

OT 53

Beneden gekomen hoor ik van iemand dat de rugzak van een van de dames van de kampeerfamilie door currawongs is geopend. Deze kraaiachtige rotvogels hebben geleerd hoe ze ritsen kunnen openen. Het kost haar een paar mueslirepen, maar het gevoel van het haar aangedane onrecht zal haar nog jaren achtervolgen.

OT 56

Ik klim naar beneden. Onderweg kijk ik naar rechts en zie dat mijn ronde heuvel slechts een klein voorbergje was voor Mount Doris. Jammer, maar ik ben hier voor de mooie plaatjes en een berg beklimmen zonder uitzicht is verspilde moeite. Alles wat ik vandaag oogst is wat bloemen en blaadjes en een vage bergtop in de verte. Diep van binnen voel ik een beetje spijt. Maar niet genoeg, ik ga niet terug.

OT 57

Kia Ora Hut (zo genoemd door iemand uit Nieuw Zeeland. Kia Ora is een traditionele Maori-begroeting. Ik vroeg me al af hoe dat woord op de kaart van Tasmanië terecht was gekomen) is er al snel. Het is een klein geval (20 plekken) vergeleken met New Pelion (36 plekken). De twee jonge meiden van de kampeerfamilie willen na wat natte nachten en bloedzuigers in oren en neuzen (dat was zwemgerelateerd) ook graag in de hut slapen, dus het wordt een gezellig samenzijn. Een volle hut heeft iets romantisch en gezelligs. Je deelt een wandeling met iedereen, want we hebben in hetzelfde weer door dezelfde modder geploeterd.

En ik speel remise in een schaakspelletje met Justin... Geen reden om dat te melden, maar het is mijn grootste schaaksucces in jaren!