De klim naar de Veldberg

19 december 2013 - Mount Field, Australië

De volgende dag heb ik grote plannen. De klim naar Mount Field, al blijf ik het raar vinden een berg naar een veld te noemen… Om er te komen moet ik wel negen kilometer verderop zijn en 700 meter hoger. Vooral dat laatste zie ik niet zo zitten, want zoiets fiets ik niet even makkelijk weg. En lopen is ook niet echt een optie, want negen kilometer omhoog kost al snel twee uur. En toch probeer ik het, want vandaag zal ik een berg bedwingen. Het wordt 35 graden, maar het deert me niet. Ik smeer me in en koop een pet. Wie weet kan ik een lift krijgen of zo...

Ik ontbijt en fotografeer een groene kever. Ik zeg het, zodat ik de foto kan laten zien...

Mooi P1011465

Net 200 meter van het begin van de weg af stopt een auto. De bestuurder, die ik eerder bij de balie van het bezoekerscentrum ontmoette, wil me wel twee kilometer verder afzetten. Het is een grijzende man, die in alles op een natuurliefhebber lijkt. Ik vergeet zijn naam, zoals ik alle namen vergeet, maar hij lijkt me duidelijk een Gregory. Alle kleine beetjes helpen en als ik geduld heb, kan hij me nog verder brengen. Hoe fijn is het toeval als het je toelacht? Twee kilometer verder staan de mensen te wachten die Gregory pas later verwachtte. Het kleine liftje wordt een grote, helemaal naar het begin van de wandeling.

Mooi P1011467

Het pad naar Mount Field East begint bij een wild meer. Het waait nogal hier boven. Ik bedank Gregory en zijn Zweedse schoonzoon (want daar moest hij op wachten) en begin te lopen. Het voelt goed weer bezig te zijn en mijn lijf is het daarmee eens. Als ik te lang in een stadje blijf hangen, begint mijn knie op te spelen. Hoe minder ik doe, hoe krakkemikkiger ik word. Misschien houdt al die beweging me jong, net als mijn hoofd jeugdiger lijkt als ik veel aan leuke dingen denk.

Mooi P1011473

Het begin van de wandeling is niet eens zo opwindend, valt me op. Dat is wel vaker zo met beklimmingen, het wordt pas echt leuk op het einde. Nu geniet ik nog van kleine dingetjes, een heideplant die ik nog niet heb gefotografeerd, een bloemetje dat ik nog niet ken. Soms, als je de tijd neemt een bloemetje te fotograferen, kom je erachter dat ernaast nog een bloemetje staat. En net erachter zit een blaadje verstopt waar de zon heel mooi doorheen speelt. En daarnaast groeit een varen met honderden takjes eraan. Schoonheid trekt schoonheid aan en iets moois woont nooit alleen. Ik zie een orchidee. Het is er maar een, dus het moet een bijzondere zijn. 

Mooi P1011499

De oostpiek van Mount Field is een blokkendoos, een rotsruïne. Toen iemand ooit de Himalaya in elkaar zette, hield hij een hoop rotszooi (woordgrapje!) over. Hij moest het ergens kwijt en dumpte het maar ergens op een plat eilandje in het zuiden neer. Zo ontstonden de bergen van Tasmanië. En waarom zijn het altijd de heren die een prominente rol spelen in dit soort verhalen? Omdat een vrouw er nooit zo’n rotzooitje van zou hebben gemaakt!

Mooi P1011529

Het doet me denken aan de klim naar de top van Mount Cradle, maar deze klim is lang zo steil niet. En ik weet dat het mijn laatste kans is. De volgende berg zal in Nieuw-Zeeland liggen. Van blok naar blok klim ik omhoog. Het is niet zwaar, maar het gaat langzaam. Bij elk blok denk ik na waar ik nu mijn voet neer moet zetten. Tussen de blokken zitten spleten van meters diep. Hier klem komen zitten is geen prettig vooruitzicht. 

Ik denk even aan een film die ik een tijdje geleden zag. Een jongen komt klem te zitten met zijn arm en moet om te overleven zijn ledemaat afsnijden. Zo gevaarlijk is dit natuurlijk niet, maar het is goed om voorzichtig te zijn. Het is geen wedstrijd, het is een belevenis. Soms verschuift er een steen onder mijn gewicht of wankelt er een rots. Stel je voor dat de hele berg onder mijn kilo’s naar beneden schuift. Hoe leg je dat uit, beneden?

Het pad naar de top moet steil zijn. Bij een kruispunt van paden neem ik even de tijd om omhoog te kijken. De rotsblokken zijn flink, maar het lijkt niet ondoenlijk. Ik ben nu ook al zo ver gekomen, dat ik weiger terug te gaan. Het steile stuk duurt misschien 25 meter, waarna ik de top al denk te kunnen zien. Hij is niet ver, maar als ik ‘m bereikt heb ligt er nog een top achter. Ik voel dat dit de finish is. Ik voel dat ik op het punt sta om de frustratie van de net niet bereikte top (Cradle, Bishop & Clerk) uit te wissen. En ik pretendeer vaak dat dit soort dingen me niet boeien, maar vandaag is dat niet helemaal waar...

Mooi P1011510

Pas helemaal bovenaan sta ik mezelf toe om goed om me heen te kijken. Rechts van me zie ik bergen zo ver als ik kan kijken, links het boerenland waar ik dagen geleden doorheen reed.

Mooi P1011524

Oost en west liggen hier aan mijn voeten, maar voor een keer voel ik me geen koning. Ik voel me een heel klein stukje van de puzzle, een stukje dat precies past. 

Mooi P1011527

Iemand heeft een hutje van stenen gebouwd boven op de berg. Het dak is weggewaaid. Misschien was de berg niet hoog genoeg, of wilde iemand even uit de wind zitten. Wie zou  hier niet willen logeren, al is het maar een nachtje, net genoeg om de zon op te zien komen? 

Mooi P1011522

Vanaf een berg is een berglandschap altijd anders en lijkt het toch vaak hetzelfde. Bergen vormen rijen achter elkaar, zodat het net is alsof je de zaal van een theater inkijkt. Rij na rij van zachtblauwe koppen steekt de lucht in. Naar achteren toe worden de rijen donkerder, want zo ver weg schijnt de zon minder hard. Als je al die laagjes van bergen weg zou pellen, dan kom je uiteindelijk uit bij de kersepit. En die kerstepit is een zee zo diep als het binnenste van de aarde... 

Het is tijd om terug te gaan. Er loopt een tweede route naar beneden, zodat ik niet twee keer hetzelfde hoef te lopen. Als er beneden geen auto’s mijn kant op rijden, zal ik negen kilometer naar beneden moeten lopen. De afdaling gaat langzaam richting een meer. Langzaam, omdat ook hier de rotsen flink zijn en ik elke stap overdenk. Stel je voor dat je zo zou moeten schrijven, elke letter een opgave van zichzelf. In mijn achterhoofd speelt de negen kilometer mee, maar ik laat me niet haasten. Liever in het donker naar beneden dan met een gebroken been tussen de rotsen slapen. De zon staat nog hoog, dus ik heb zat tijd. 

Mooi P1011547

Het meer is prachtig, vooral omdat er een hut naast staat en een stroompje vanuit het meer de helling afloopt. De zon schijnt te fel om er een mooie foto van te maken. Meren zijn vaak mooier in de mist dan in de zon. Zo’n plas water heeft een beetje drama en mysterie nodig, merk ik vaak. Ik pauzeer even in de hut en lees over de vrijwilligers die hier de paden onderhouden. Er hangt een goede kaart met hoogtelijnen aan de muur, zodat ik kan zien of er nog wat te klimmen valt.  

Het water in het beekje is gashelder en heerlijk koel, dus ik vul mijn fles. Van de 35 graden heb ik weinig gemerkt. Op de top waaide het goed, zodat het lekker fris was. En nu loop ik in de schaduw van de bomen. Hier boven is het vast een stuk lekkerder dan beneden. Wie weet ligt Onno nu met een biertje in de hand in het riviertje naast de camping... 

Ik zie een orchidee staan. Het lijkt me dezelfde als aan de andere kant van de berg. Maar twee is ook bijzonder. Het zijn kleine bloempjes, niet van die protserige dingen die je bij de bloemisterij ziet staan. Dan zie ik er nog een. En dan een groepje. Plotseling staat er om de vijf meter een groepje. Leuk, daar gaat mijn ontdekking. Ik zal nooit een Darwin worden. 

Bij de weg denk ik even, zo, ik ben er. Heel even. En dan besef ik dat er een lange afdaling wacht naar beneden. De eerste twee kilometer zie ik vier auto’s langskomen die de verkeerde kant op gaan. Drie kilometer later komen ze weer naar beneden, maar ze stoppen niet. Het maakt me niet uit, ik ga als een trein naar beneden. 

Mooi P1011554

Twee kilometer voor ik beneden ben bereik ik een pad richting hoge bomen en Russell Falls. Die bomen zijn inderdaad indrukwekkend. Ze worden afwisselend swamp gum en mountain ash genoemd, wat een beetje verwarrend is. Ik heb nooit een moeras boven op een berg gezien. Als ik naast zo’n boom sta, vergeet ik zulke mijmeringen. Ik kan alleen maar omhoog staren en ergens ver boven me het bolletje bladeren zien wuiven dat de kroon van de boom vormt. 

Mooi P1011552

Het zijn de hoogste bloeiende planten ter wereld en worden tot 100 meter. Dat is net zo hoog als de domtoren. Dat zegt mensen uit Utrecht alles en mensen uit Arnhem niets. Stel je de Eusebius voor, met een boom ernaast die hoger is. De wortels zouden het halve plein opbreken. Dat zie ik een iep nog niet doen...

Mooi P1011561

Russell Falls is een prachtige waterval. Ik heb niets met watervallen, maar deze heeft zekere romatische kwaliteiten, die niets van doen hebben met grote hoeveelheden water. Een beekje stroomt aarzelend naar de rand van een steile trap, sijpelt wat meters naar beneden, wacht weer even aan de rand van een volgende trede naar beneden en herhaalt dat tot ze veertig meter lager weer een beekje vormt. Hier heeft de natuur met behulp van water en zwaartekracht een delicate compositie van druppels en geklater afgeleverd, die menig klassiek werk naar de kroon steekt. 

Mooi P1011572

Misschien ruiken mijn woorden naar cynisme, maar laat ik mijn lezers op het hart drukken dat het wel degelijk een alleraardigste waterval is.   

Mooi P1011588

Ik loop de camping op en blijk gemist te worden. Twee Spaanse vrienden naast ons vertellen me dat ze samen met Onno al op het punt stonden om omhoog te rijden om me te zoeken. Het bezoekerscentrum is gesloten, maar gelukkig staan er koude biertjes in de Spaanse camper. Het is een heerlijk weerzien. Vreemd, maar het doet me goed als mensen zich zorgen om me maken.

2 Reacties

  1. Inge van Maarseveen:
    30 december 2013
    Hoi Ruud,
    Natuurlijk doet dat een mens goed als anderen zich zorgen om je maken.... "Een heerlijk weerzien", wat fijn. En dan ook nog een koude cerveza. Het leven kan zo mooi zijn.....

    Liefs,
    Inge
  2. Angelika:
    31 december 2013
    Wat een mooie selfie! Ik geniet van je verhalen Ruud! X