Bergen verzetten
19 oktober 2013 - Hobart, Australië
Een dag na Mona bezoek ik Salamanca Market, een alternatieve markt voor alles wat mooi, muzikaal en lekker is.
En vergeet de doedelzakken niet.
Er is fudge, chocola, brood, pizza, bier, cider, fruit, sokken, kaas, poffertjes en oliebollens (zo staat het op de kraam).
Ik kan van zulke markten erg genieten, want alles is biologisch verantwoord en dus is eten hier moreel verantwoord.
En ik krijg een beeld van wat mensen in Tasmanië lekker vinden. Het is ongeveer hetzelfde als waar ik van houd...
Het liefst loop ik wel drie rondjes, maar ik heb een beetje haast. Om twaalf uur vertrekt mijn bus naar de berg, maar ik beloof mezelf om nog eens terug te komen.
Mount Wellington is de rots waartegen Hobart leunt. Hij is niet zo hoog, met zijn 1200 meter zou hij in de Alpen een heuveltje zijn. Maar zo vanaf zeeniveau is het een behoorlijke bult. Vanaf het begin van het pad moet ik 800 meter de hoogte in.
Het klimmen gaat beter dan het fietsen. Soms blaas ik even uit, maar stap voor stap kom ik hoger. Die instelling moet ik ook bij het fietsen weten te vinden.
Elke meter is er een, en aan het eind van de dag ben ik telkens weer verder gekomen en heb ik veel moois gezien. Nu nog vanuit mijn vingers naar mijn hoofd.
Ik stap van rots naar rots en beneden me zie ik Hobart liggen, steeds kleiner wordend in het groter wordende geheel.
Het pad loopt omhoog langs eucalyptusbos, waarvan de bomen steeds lager en lager worden. Uiteindelijk zijn er slechts struiken over. In de verte zie ik bergruggen, rivieren, eilanden en peninsula’s.
Lijnen zijn het, die tot aan de horizon strekken. Sommigen zal ik beter kennen, als mijn tijd hier voorbij is.
Ik hoor wat ritselen in de struiken. Het blijkt een kleine walaby te zijn, een moeder met een jong (een Joey heet dat) in haar buidel. Twee paar ogen kijken me aan voor ze rustig de struiken in hopt en onzichtbaar wordt. Net te vroeg om een foto te maken. Ik zal later nog vele walabies zien, plat en aangevreten langs de kant van de weg liggend. Ik zal weten hoe ze ruiken. Want walabies weten niet wat asfalt is en remmen kan de mens hier niet zo goed...
Ik zit op een rotsbank een stukje onder de top van de berg. Ik vouw de kaart van Tasmanië open en zie de namen van de heuvels en de eilanden in de verte. Vanaf hier bekijk ik het halve eiland. De andere helft gaat verscholen achter het laatste stukje berg.
Ik nader de top. Twee vlaktes liggen naast elkaar, de een gevuld met rotsen en planten, de andere met mensen, auto's, en antennes.
Op de top is het druk met mensen die de auto naar boven hebben genomen. De wind staat op orkaankracht.
Iemand probeert zijn kleine kind op de top van de berg te heisen, het waait bijna weg. Het gevoel lijkt me toch anders, als je voor de top hier boven niet gewerkt hebt. Klim naar boven en pas dan voel je dat dit weidse, winderige plekje van jou is, dat het de beloning is voor je harde werk. Dan ga je met liefde met jezelf op de foto.
Het is als drinken bij dorst of eten bij honger. Of een toilet als je nodig moet...
Overal om me heen zie ik rimpels, lijnen, dalen, bergen. Die lijnen zijn mijn metgezel in de dagen en weken die gaan komen. Want als je fietst, volg je de lijnen van het landschap. De zon zakt al wat en ik kijk op mijn telefoon. Ik moet af gaan dalen, over drie uur komt de bus!
Groetjes, Milou
Mooi hoor allemaal. Leuk om te lezen hoe je de reis beleeft.
Heel persoonlijk.
Veel plezier met alle mooie en verrassende momenten die nog komen gaan.
Groetjes
Sandra
Wat een verhalen weer! Vooral de afwisseling met de foto's maakt dat het beeld direct aan het verhaal te koppelen is. Mooi!
groetjes Marcella
Ik heb weer genoten van je foto's :-)
Groetjes Caat
Mooie foto's (namens ook Marianne).
Geniet van het volgen van de lijnen van het landschap !
Ga spoedig genieten van de lijnen in Berlijn.
Groetjes, Arjan en Marianne.